Ga je mee naar het bos?  Ingang hier!



De klank "overgooien"


Laat de kinderen in een kring zitten en geef zo mogelijk ieder of anders een aantal kinderen een klankschaal.

Eén kind met een klankschaal slaat deze aan en noemt de naam van een ander kind (met klankschaal). Daarbij "gooit" hij/zij de klank naar dat andere kind toe. Deze stelt zich voor dat de klank met een mooie boog in zijn / haar klankschaal belandt en "vangt" de klank in de schaal op. Vervolgens slaat dit kind de schaal aan en noemt de naam van het kind waar de klank naar toe overgegooid wordt.

Deze stelt zich opnieuw voor dat de klank met een mooie boog in zijn/haar klankschaal belandt en "vangt" de klank in de schaal op. Slaat vervolgens de klankschaal aan en noemt de naam van het volgende kind. En zo verder...


Dit is heel goed te gebruiken als kennismakingsspel. Uiteraard kan je, wanneer de namen bekend zijn, verder gaan zonder dat er bij gesproken wordt. Het kind dat de klankschaal aanslaat noemt dan geen naam maar kijkt het kind waar de klank naar overgegooid wordt aan.


Een goed vervolg is ook om één kind in het midden te laten zitten met de ogen dicht. Drie kinderen slaan om beurten hun klankschaal aan terwijl ze hun naam noemen. Daarna mag het kind in het midden raden wie er aanslaat. Pas als het geraden (of verteld is) wie er aan sloeg, slaat het  kind naar wie de klank was overgegooid aan. Begin met maximaal drie schalen. Daarna kan je een of meerdere schalen toevoegen. Bij vijf schalen wordt het meestal al flink opletten voor het luisterende kind.


Tot slot kun je het kind in het midden de namen weer laten vergeten en mag hij zich laten verwennen door de klanken die over hem / haar heen worden "gegooid". De kinderen die aanslaan mogen in een rustig tempo zo mooi mogelijk spelen voor het kind in het midden.


Wanneer er meer kinderen dan schalen zijn kan je meer kinderen in de groep in het midden plaatsen zodat er heel veel kinderen mee kunnen luisteren. Je kan telkens na een paar keer namen raden, een nader kind in het midden de namen laten raden. De andere kinderen luisteren mee voor als het kind dat aan de beurt is om te raden het niet weet.

Ook laat je na een aantal rondes, andere kinderen de schalen aanslaan.



Een kleine klankmassage


Je kan heel goed kinderen elkaar een kleine klankmassage laten geven. Eén kind ligt op de grond en krijgt een klankschaal op de buik geplaatst. Let op: heel grote schalen kunnen echt te veel trillingen geven voor kinderen waardoor het onprettig wordt en dat is hier juist niet de bedoeling. We gaan voor een stukje ontspanning. lichaamsbewustzijn en plezier.

Als de kinderen hier oud genoeg voor zijn kan degene die aan gaat slaan zelf de schaal op de buik van het andere kind zetten. Zijn ze nog te jong om dit voorzichtig en zorgvuldig te doen, dan doe jij dit voor hen.


Het kind dat ligt mag de ogen dicht doen maar dat hoeft niet. Je vraagt ze goed op te letten waar ze precies het trillen van de schaal kunnen voelen en vraagt hier achteraf ook naar. Als iedereen er klaar voor is laat je ze rustig een paar keer aanslaan. De schaal wordt pas van de buik afgehaald wanneer deze helemaal uitgetrild is.


Er is een grote kans dat dit de eerste keer voor veel hilariteit en grappen zal zorgen. Dat mag.

Wij geven de kinderen een indruk en zij mogen de ruimte krijgen om daar op te reageren.

Zorg wel dat de schalen eerst weer veilig op de grond staan voordat het te balorig wordt.

bedacht op glijdende schalen die van een lachend kind af neigen te rollen en ondervang ze indien nodig.


Wees creatief in het kinderen hierbij betrekken. Met vijf schalen kan je met tien kinderen werken. Maar wanneer je één kind de schaal er op laat zetten en laat "bewaken" (opdat deze er niet af valt), een ander kind aan mag slaan en één kind ligt, kan je vijftien kinderen een taak geven.


Hou de opdracht kort en overzichtelijk zodat je het geheel wel kan blijven coördineren. Dit vraagt om heel kleine concrete stappen waar jij duidelijk, en het liefst op een speelse maar onmiskenbare manier, de leiding neemt. Als je dit niet doet is de kans groot dat het zeer chaotisch wordt.


Uiteraard wisselen de kinderen ook hier van taak. Wanneer je in de gelegenheid bent dit geheel te herhalen op het zelfde of een volgend moment dan kan je vragen om te kijken of ze het nu ook heel rustig kunnen uitvoeren en ondergaan. Ze mogen dan pas weer praten wanneer jij daarvoor een teken hebt gegeven. Hierdoor kan het ontspannende effect extra ervaren worden. Bovendien wordt het luisteren, het voelen en het met zorg aanslaan van de schaal extra gestimuleerd.


Zijn er meerdere schalen beschikbaar per twee / drie kinderen dan kan er eventueel een tweede schaal op de borstkas of onder de voeten geplaatst worden. Ook kan dan gevarieerd worden door eerst de ene en daarna de andere schaal op de buik te laten voelen of zelfs, wanneer de schalen niet ál te groot zijn op buik en borstkas tegelijk.



Het lichaam ontdekken


Verwant aan het liggend ondergaan van een kleine klankmassage is het spelenderwijs ontdekken van het eigen lichaam met behulp van een klankschaal. Vooral geschikt voor kleuters en kinderen met een ernstig meervoudige handicap of een verstandelijke beperking..


Je laat de kinderen eerst met de hand voelen dat de schaal trilt. Vervolgens kan je ook vragen of ze het  trillen ook kunnen  voelen voordat ze de schaal aanraken. En zo ja, vanaf welke afstand? Daarna kan je ze uitnodigen om te bedenken met welk lichaamsdeel ze de trillende schaal nog meer zouden kunnen voelen.

Hierbij kan je denken aan de wang, neus, nek, voet, been, arm, schouder, hoofd.... en uiteraard laat je de kinderen dan proberen of ze het met het genoemde lichaamsdeel het trillen inderdaad ook kunnen voelen.

Water in een schaal


Een door kinderen zeer gewaardeerde oefening is het spelen met water in een klankschaal.


Allereerst kan je de schaal steeds een beetje meer laten vullen met water en kinderen laten ontdekken wanneer er mooie "fonteintjes" of patronen in het water ontstaan bij het aanslaan.

Laat hen er ook gerust te veel water in doen waardoor de fonteintjes weer minder duidelijk te voorschijn komen.


Op die manier kunnen ze zelf bepalen, door water toe te voegen of er weer uit te halen, welke hoeveelheid water het beste resultaat geeft. Ook water geleidt klank en trillingen. Dit kan je met deze oefeningen visueel maken.


Vervolgens doet een kind zijn/haar hand in het water terwijl het andere kind aanslaat. Je vraagt na wat het kind voelt.

Vervolgens kan je de hand licht op de  bodem laten rusten terwijl het andere kind (of jij zelf) de schaal aanslaat.



School Zwolle, groep 5 (klas 3)


Water in een klankschaal


"Mag ik ook?"

"Nee, dat mag niet want straks 

mogen jullie allemaal".

Nu kan het kind voelen tot hoever hij zelf de trilling voelt. Alleen in zijn vingers of hand? Of ook in zijn onderarm? Of zelfs hoger?

Het andere kind kan je de hand op de elleboog van de arm van dit kind laten houden en vragen of hij daar ook de trillingen voelt. Zo ja, dan kan hij/zij het bij de bovenarm nog eens proberen en tot slot zelfs op de schouder. Meestal zijn bijkinderen de trillingen tot en met de schouder heel goed voelbaar.


Wanneer je met een grote groep werkt splits je de taken verder uit. Eén kind heeft de hand in het water, één slaat aan, en één voelt bij de arm/schouder. Uiteraard zorg je er voor dat ieder alle taken een keer heeft mogen doen.



De ruimte wassen


Met rainsticks, notenschaalratel / waterval Kabalonga, oceandrums maar ook shanti's en koshi's kun je een groep kinderen de ruimte laten "wassen". Je kan dat aankondigen met de opmerking dat "er zo hard gewerkt is" of "er zoveel woorden gezegd zijn" dat we dat allemaal even weg gaan spoelen zodat het weer lekker fris en schoon wordt in de ruimte (je kan zelfs vragen of kinderen achteraf het verschil kunnen merken omdat er energetisch wel degelijk schoongemaakt wordt!).

De verschillende instrumenten kunnen een voor een worden toegevoegd. Eerst komt het waspoeder (bijvoorbeeld de Kabalonga), dan doen we de wasverzachter er bij (bijvoorbeeld het lieflijke geluid van een shanti of koshi) en tot slot het water: de rainstick(s) en oceandrum(s). Het geluid van rainsticks en oceandrum(s) doet duidelijk aan stromend water denken waardoor het inderdaad is alsof er gewassen wordt.



Nog een keer "wassen"


Met een rainstick kan je, wanneer je individueel werkt, een kind ook apart "wassen". De klank van een rainstick werkt over het algemeen ontspannend, verfrissend, rustgevend, aardend. Zeker wanneer er in een coaching situatie veel is gebeurd of los is gekomen kan dit fijn werken. Maar let wel: óf dit als aangenaam ervaren wordt blijft, zoals bij alle klankervaringen, afhankelijk van het individuele kind én van dat specifieke moment. Het zelfde kind kan de zelfde klank een volgende keer heel anders ervaren.


Klankinstrumenten maken


Een mooie manier om kinderen zich uiteen te laten zetten met de wereld van klank en zo het klankbewustzijn te vergroten is het maken van klankinstrumenten. Laat ze vooral ook zelf bedenken welke klankinstrumenten je kunt maken en hoe je deze kunt maken. Dit prikkelt de fantasie en het vraagt om creativiteit, een plan van aanpak en letterlijk hand-vaardigheid om zo'n idee om te zetten in een tastbaar instrument.


Simpele ideeën zijn bijvoorbeeld een doosje met stenen, een bakje met knikkers, schelpen aan een ketting.

Iets geavanceerder is het maken van een rainstick van een koker met bijvoorbeeld rijst daarin of natuurlijk, meer "professioneel", een bewerkte bereklauw met tandenstokers spiraalsgewijs daar ingeprikt en gevuld met mosterdzaad.(zie foto).


Mogelijkheden genoeg: twee stokjes tegen elkaar slaan, een doosje met een snaar bespannen, ronddraaien van een soepele plastic buis (geeft een zingend geluid), enzovoort.


Ga je mee de grot in ?


Een klankconcert


Gebruikmakend van de klankschalenset en met zelfgemaakte of andere bestaande klankinstrumenten kan je kinderen een klankconcert voor elkaar laten geven. Wanneer een paar kinderen samen het concert geven vraagt dat om onderlinge afstemming. Heel leerzaam is het om te ontdekken dat een klank eerst (bijna helemaal) mag verdwijnen voordat een nieuwe klank toegevoegd kan worden. Te veel klank te gelijk is namelijk chaotisch waardoor je de afzonderlijke klanken veel minder goed kan horen. Of... maak er juist gebruik van: wissel chaos heel bewust af met alleen maar dat ene korreltje rijst dat door een rainstick rolt. Door dit soort overwegingen vooraf met de kinderen te bespreken kan je werken aan een zo mooi mogelijk concert. Denk hierbij ook eens aan geluiden die je met water kan maken. Het simpelweg overgieten van water of in een bak met water met je hand wat spettergeluiden maken kan heel aangenaam zijn om naar te luisteren.


De kinderen (of het kind als je met bijvoorbeeld twee kinderen werkt) dat luistert mag lekker gaan liggen of zitten op een zitzak en kan achteraf vertellen wat het er aan heeft beleefd. Wat was fijn om te horen? Wat niet?  Was het te hard of te zacht? Waar deed het je aan denken? Wat voelde je toen?


Uiteraard kan je er ook voor kiezen zelf een klank(schaal)concert te geven voor één of meer kinderen. Je kan ze naar aanleiding van wat ze gehoord hebben dan ook iets laten kleien of, ook heel geschikt, een tekening laten maken. Naderhand kan je met elkaar de tekeningen bekijken en er over praten. Wat is deze groene cirkel?  Wat is dit voor een boom? Is hij groot genoeg of zou je hem nog groter willen tekenen? Zou je hem nog verder willen kleuren of is hij klaar zo?



Een hoorspel maken


Het scherpt het klankbewustzijn en het vermogen om echt te luisteren enorm aan wanneer je met een kind een hoorspel maakt.

Dat kan beginnen door met gesloten ogen te luisteren naar wat er op dat moment te horen is aan geluiden. Eerst maar eens naar geluiden van buitenaf. Daarna kan je ook eens in stilte luisteren naar geluiden die in je eigen lichaam te horen zijn (slikken, hartslag, ademhaling).

Vervolgens kan je gaan fantaseren welke geluiden je kunt gebruiken in een verhaal en hoe je daar klankinstrumenten voor kunt maken.

Zo kan het lopen op een grindpad nagebootst worden door met de hand op (kiezel)stenen in een bak te drukken, zwemmen of dobberende eenden door met de hand in water te spetteren en ritselen van bladeren door papieren over elkaar te laten schuiven.


Maar hoe kan je een vlinder verklanken? Of de wind? Het stimuleert de fantasie om daar oplossingen voor te bedenken.

Uiteindelijk schrijf je met elkaar een klein verhaaltje en oefen je het voorlezen en het maken van de daarbij behorende geluiden. Gedurende het hoorspel af en toe de klankschalen laten klinken geeft een warme aangename "klankondergrond" en verhoogt het luisterplezier.


Het motiveert sterk om het zo mooi mogelijk te maken wanneer je als einddoel een uitvoering voor bijvoorbeeld de ouders afspreekt. Een datum en tijd van uitvoering vaststellen bakent heel concreet het tijdsbestek van dit project af. Een andere mogelijkheid - hoewel dit geen recht doet aan de meerwaarde van een akoestisch "live"-uitvoering -  is het opnemen van het hoorspel. (Het een sluit het ander natuurlijk niet uit.) Een opname die het kind mee kan nemen (of opgestuurd krijgt) levert een leuk aandenken aan het hoorspel op.


Een hoorspel maken leent zich ook goed als groepsactiviteit.



Gezichtsmassage


Een beetje spannend is de gezichtsmassage. Wanneer je de beschikking hebt over een grotere klankschaal, kan je een kind uitnodigen om zijn gezicht er in te doen waarna jij de schaal zachtjes één keer aanslaat. Wanneer een kind aangeeft dit niet te durven kan je vragen of hij/zij op die afstand te gaan staan waarop hij/zij wel durft te luisteren naar de grote klankschaal. Misschien is dat gewoon rechtop staand naast de schaal. Daarna kan je vragen of hij/zij het gezicht een klein beetje dichterbij de schaal zou durven brengen.

Zo kun je verder gaan tot dat het kind zijn/haar echt niet dichterbij wil gaan. Vooral jonge kinderen vinden dit spannend. Je laat het kind zijn grens onderzoeken en spreekt het kind, zonder hem/haar te forceren, aan op zijn/haar moed en het vermogen om vertrouwen te hebben.


Altijd een compliment geven, zorg voor een succes ervaring! Wil een kind zich helemaal niet met deze oefening uiteenzetten dan geef je hem/haar een compliment dat hij/zij zich uitspreekt en goed luistert naar wat voor hem/haar goed voelt en wat niet.


Wanneer een kind wel vol vertrouwen het zicht tot in de klankschaal brengt, kan je hem/haar vragen te genieten van hoe zijn/haar gezicht zachtjes wordt gemasseerd.



De Klank volgen


Eén kind krijgt een blinddoek om (of doet de ogen dicht). Het andere kind (of jij zelf) slaat maximaal een halve meter voor het geblinddoekte kind een klankschaal met enige regelmaat aan terwijl je rustig loopt.


Het geblinddoekte kind luistert goed en probeert de klank te volgen. Diegene die aanslaat loopt niet sneller dan dat de ander kan volgen. Deze heeft tijd nodig om zich te oriënteren. Bovendien is degene met de klankschaal verantwoordelijk voor de degene die volgt. Hij/zij let dus goed op of er niet gestruikeld kan worden over oneffenheden of obstakels op de grond . Na ongeveer 5 minuten, ervaringen bespreken en wisselen.

Dit spel zorgt er voor dat het kind met de blinddoek helemaal in het liuisteren komt. Wanneer op blote voeten door het gras of over zand gelopen kan worden, wordt hij/zij zich bovendien zeer bewust van het lopen zelf en wat de voeten voelen. Het vraagt om moed, vertrouwen en concentratie om te volgen. Terwijl het kind die met de klankschaal de ander leidt, kan ervaren hoe het is om verantwoordelijk voor iemand te zijn.



Raad de volgorde


Wanneer je vijf schalen of meer ter beschikking hebt kan je een kind zich om laten draaien terwijl jij de schalen in willekeurige volgorde aanslaat. Daarna mag het kind proberen na te spelen wat het heeft gehoord. Voeg ook gerust eenvoudige ritmes toe, dit maakt het spelletje moeilijker maar ook gevarieerde.


Als afsluiting is het leuk om het kind zich nog eenmaal om te laten draaien en hem/haar een klein klankconcertje te laten ondergaan.

Het kind hoeft niets te onthouden, alleen maar te luisteren. Je kan tijdens het spelen ook een klankschaal in de hand nemen en al klinkend achter de rug laten zweven. Ook leuk: je kan het kind voor jou een klankconcert laten geven.

Aan jou de inschatting of het kind fysiek en motorisch in staat is een schaal in de hand aan te slaan en te laten bewegen zonder dat deze gaat vallen. Kan een kind dit, benoem deze mogelijkheid.

Zo niet, benoemen dat alle schalen gebruikt mogen worden maar wel veilig mogen blijven staan.



Spelen met zang


Je kunt kinderen laten spelen met klanken door ze deze te laten zingen. Maak met elkaar een klank, bijvoorbeeld "ahhh" (als in het woord "dacht") of "aaahh" (als in het woord "zaag"). Laat ze vervolgens er op letten waar ze die klank voelen in hun lichaam. Daarna kan je ze zelf vragen naar welk lichaamsdeel ze de klank nu naar toe willen brengen (buik, nek, bovenbeen, voet, hart ... ).

Vraag ook welke andere klinkers ze kennen en doe daar de zelfde oefening mee.


Vanuit de euritmie (een bewegingskunst die het midden houdt tussen gymnastiek en dans, gebaseerd op de, vanuit de antroposofie bezien, oorspronkelijke betekenis van klank en toon) hoort bij elke klinker en medeklinker ook een bepaalde beweging (en heeft deze beweging gekoppeld aan de bijbehorende klank een bepaalde doorwerking op de ziel).

Boven : Afbeeldingen van bewegingen behorende bij klinkers vanuit euritmie


Links onder    :  zeven woorden uitgebeeld vanuit de euritmie begeleid met muziek/klank impressies

Rechts onder :  taal uitgebeeld met bewegingen vanuit de euritmie

In navolging van de euritmie is het een idee om zelf met de kinderen te voelen welke beweging bij welke klinker of medeklinker hoort. Klopt het dat je bij de "ie" je armen van beneden naar boven uitstrekt? Of dat je bij de "aaa" beweegt van wijd uitgestrekt (armen wijd uitgestrekt, benen wijd, hoofd fier omhoog) naar "in elkaar gekropen" (gehurkt met de armen om de knieën en het hoofd gebogen)?

Of is het net andersom? Probeer verschillende bewegingen op een klank en voel welke "het beste past". Misschien moet er ook wel gebogen, gekronkeld of rondgedraaid worden.


Een andere zang-mogelijkheid is om twee kinderen met de ruggen tegen elkaar aan te laten zitten en hen om de beurt een klank te laten zingen terwijl ze de trilling naar zijn/haar rug toe brengen. Het andere kind gaat na of hij/zij dat met zijn/haar rug kan voelen.



Hoe voel ik mij?


Wanneer je veel klankinstrumenten of klankeffecten hebt, kan je kinderen een klankinstrument of -effect uit laten kiezen die het beste  overeenkomt met hoe hij/zij zich op dat moment voelt. Of anders een welke het kind fijn vindt.

Vervolgens kan je vragen de kinderen dit klankinstrument of -effect te laten horen en hen laten vertellen waarom hij/zij dit heeft uitgekozen.


Komt het overeen met hoe het kind zich voelt? Zo ja, hoe voelt het kind zich dan en waarom heeft dat geluid daar mee te maken?

Of is iets gekozen omdat hij/zij het een fijne klank vindt? In dat geval kan de vraag zijn: "Wát vind je fijn aan dit geluid?"

En misschien dan toch nog: "En wat heeft dat met jou te maken?"


Dit spel leert een kind niet alleen om zich bewust te worden van hoe het zich voelt maar stimuleert ook om dit verwoorden.

Wat voel je? Wat neem je waar? Wat vind je er van?


Bovendien stimuleert het de fantasie: welk geluid past bij welk gevoel? Hoe kan je een gevoel het best tot uitdrukking brengen met klank? Dit kan je nogmaals extra uitwerken door een gesprek hierover te beginnen: welke gevoelens kan je zoal hebben?

En hoe kan je dit met klank uitdrukken?



Bloemenspel


Het bloemenspel is, zonder dat je dit zo hoeft te benoemen, in essentie een puur energetische oefening (en valt strikt genomen onder de categorie visualisatie, klankmeditatie en klankreis).


Je vraagt de kinderen (of het kind) goed rechtop te gaan zitten, de ogen te sluiten en kort de adem te volgen (zonder deze te veranderen). "Let maar eens op hoe je adem bij een inademing als vanzelf door je neus of mond naar binnen gaat .... en bij een uitademing weer naar buiten stroomt..."

Dit zeg je in een rustig tempo terwijl je eveneens rustig en zacht enkele klankschalen aanslaat. Dit werkt ontspannend waardoor het voorstellen van een bloem (wat je iets later gaat vragen) gemakkelijker is.


Je kan de kinderen nu ook de aandacht naar de billen en bovenbenen laten gaan en waar deze de stoel raken.

Vervolgens vraag je de aandacht naar de voeten te brengen en hoe deze vast en stevig op de grond staan.

Dit is een eenvoudige variant op wat vanuit het energetisch werken "aarden" wordt genoemd.


Vervolgens vraag je hen zich een bloem voor te stellen ter hoogte van de kruin, het punt tussen de wenkbrauwen, de keel, het hart of het middenrif (de bovenste vijf chakra's). (De onderste twee chakra's kunnen wellicht beter via een "aardingsoefening" aan stevigheid winnen.) Het hart is een goede en fijne plek om een bloem voor te laten stellen.

Deze nemen we hier als voorbeeld:


Terwijl de klankschalen zachtjes blijven klinken vraag je de kinderen (of het kind) een bloem voor te stellen midden op de borst ter hoogte van het hart (je kan ze daarvoor even met de hand laten voelen waar het hart zit). Het maakt niet uit welke bloem het is en ze mogen het de kleur geven die ze zelf willen. Dan vraag je rustig of ze de bloem willen laten sluiten, zoals 's avonds bloembladeren zich sluiten wanneer de zon is ondergegaan. De bloem gaat terug in de knop met alle blaadjes gesloten. Je vraagt ze te voelen hoe dit voor hen is. Daar geef je ze even de tijd voor.


Vervolgens laat je de kinderen zich voorstellen dat de bloem helemaal open is. Alle bloemblaadjes open zich zoals ze op een stralende zomerse dag doen. Alle blaadjes willen zoveel mogelijk zonlicht ontvangen. Ook nu vraag je ze te voelen hoe dit voor hen is en geeft ze even de tijd.


Dan, terwijl nog altijd de klankschalen zachtjes deze oefening begeleiden, laat je ze de bloem zo ver open of dicht doen als zij zelf op dit moment prettig vinden. Ook nu vraag je ze om te voelen hoe dat voor hen is en of de bloem inderdaad precies zo ver open is als zij nu willen dat hij is.


Na even vraag je ze de ogen weer te openen en laat je kort uitrekken en strekken. Of, ook heel goed, laat je hen opstaan en hun lichaam met de handen bekloppen (op de romp, de armen en benen) en even stampen op de grond. Hierdoor worden ze goed wakker en komen ze stevig terug in hun lichaam.


NB: Wanneer je de kinderen laat liggen i.p.v. zitten, is een diepere ontspanning mogelijk waardoor het voorstellen van een bloem

       wellicht nog gemakkelijker is.


Wees je bewust dat dit een energetisch oefening is! Je werkt met het regelen van de chacra's en biedt de kinderen/het kind een diepe ontspanning aan. Wees er dus op bedacht dat hierdoor emoties los kunnen komen. Doe deze oefening dan ook alleen wanneer de groep of het kind vertrouwd met jou is en jij met de groep. Zorg dat, wanneer er bij een kind emotie los komen, jij of een ander vertrouwd aanwezig iemand daar één op één aandacht, tijd en ruimte voor kan hebben!


Dit is dus met name een mooie werkvorm wanneer je werkt met een klein vertrouwd groepje kinderen of in één op één situaties.

Zorg altijd dat kinderen goed geaard de oefening in gaan en dat zij ook achteraf weer goed geaard zijn.


Het bloemenspel is geen spelletje dat je zo maar even doet!



Moeh!!!

Copyright @ All Rights Reserved