Introductie

Maak het je zelf gemakkelijk. Je kunt zitten of lekker gaan liggen.

Zit of lig je fijn?

Je kunt je ogen open houden of sluiten.  ….Sluiten...  (grote schaal langzaam ritme)

En merk maar hoe je adem komt... en gaat... komt ….. en weer gaat  (grote schaal ritme)

Met iedere uitademing voel jij je een beetje fijner ...

Jaaaa, je adem wordt rustiger... En rustiger.

Fijn.

En nu ….  gaan we op reis... ( middelgrote schaal)

Verhaal "een zomerse dag"

Stel je eens voor …… je ligt in het gras op een open plek midden in het bos. Het is er veilig. Het is een fijne plek.

Boven je zie je de helder blauwe lucht en je voelt de warmte van de zon op je huid..... Je hoort bijen zoemen….  vlinders fladderen. (zen schaaltjes).

Vogels tjilpen….

En je ruikt de aangename geur van bloemen en bosaardbeitjes…

Hmmm ….. je kunt die aardbeien wel bijna proeven..( klankruimte kleine schaaltjes met vingers of kleine klopper)

Zachtjes strijkt de wind over je wang (veeg op gong) en ze fluistert in je oor : ga je mee?....

(stilte)

En je denkt:  “Kan de wind praten ???”

“Ja”, zegt de wind, “voel maar op je hand.” …. “Ik ben overal geweest , in het bos, de bergen, door dalen en ik kan je meenemen naar plekken waar niemand ooit nog is geweest.”

”Als je wilt kun je mee gaan... Ga je mee? .... “

En langzaam, heel langzaam ….. zonder dat je er iets voor hoeft te doen. Zweef je een piepklein beetje omhoog.  Piepklein…..  Een beetje…..

Dat is fijn.

Zweven.

Als een veertje.

En de wind zegt. “Kom maar mee dan gaan we omhoog. Jij en ik.

En de wind neemt je mee naar de bomen van het bos.

Je hoort de bladeren ruisen. En het is net alsof de bomen met hun blaadjes praten en lachen. En jou begroeten.

Hoger. Het gaat het hoger. En hoger. Alsof niet alleen de wind maar ook de warme zonnestralen je dragen. Je voelt je fijn en vrij.

Zweven. Licht.

Zo licht als een veertje.

“Zie je dat? Vraagt de wind. Daar ver weg is de zee! Ga je mee?

En samen zweven jullie naar het strand en de zee. Je ruikt het zilte water en je proeft het zout van het water op je lippen. …. De zee….. Het warme zand……  De zon….

Op het strand zie je schelpen. Schelpen met de mooiste kleuren. Rose, paars, groen, blauw. Glimmend in de zon.

Maar de reis gaat nog verder. Dag strand, dag zee…..

“Zal ik je nu iets spannends laten zien?” vraagt de wind.

“En je denkt: is dat dan niet heel erg eng??” Maar de wind zegt: “Nee hoor, ik ben er al zo vaak geweest. Kom maar mee. Het is namelijk “leuk spannend”.

En nu zie je wat de wind bedoeld. Verderop een grote donkere donderwolk (gong) met gouden randjes van het zonlicht.

Kijk, lacht de wind…. dit is “Donder’ de donderwolk. Hij is mijn vriend. Hij klinkt misschien gevaarlijk maar hij is dat niet. Hoor maar……. (gong … )

En ja. … het is spannend. Het kriebelt in je buik. Maar het is echt waar ….het is leuk spannend.

En zie je dat nu goed? Donder de donderwolk geeft je een glimlach.

Dag Donder.

Van plezier laat Donder het regenen.

Lekker…. Regen.

Een douche. Fijne regen.  (ruisen rainsticks….)

Nu is het tijd om terug te gaan.  De wind draagt je zacht en neemt je mee. Terug naar de zee.

Terug naar het strand met de prachtige schelpen….

Dag zee. Dag strand.

Naar het bos met de bomen.

Naar de zonnige warme open plek in het bos.

De vlinders spelen er nog alsof er niets is gebeurd.

Vogels tjilpen en bijen zoemen.

De bloemen stralen. En jij ? …… Jij straalt ook! Als een zonnetje.

Zo fijn was deze reis.

Langzaam en lief legt de wind je weer neer op het zachte warme gras.

Je voelt het gras. Je ruikt het. Hmmm. Fijn.

En je bent trots op je zelf. Dat je zo maar met de wind mee durfde te gaan.

Zij is nu je vriend.

En de wind? Ze streelt jou nog één keer langs je wang. Voel maar.

Dag… zegt ze, tot de volgende keer.

En daar gaat ze.

Spelen met de bomen.

Dag wind.

Het was een heerlijke reis en met een blij gevoel denk je terug aan alles wat je hebt beleefd.

Afronding

Laat nu je adem stromen. Adem zachtjes in …. en weer uit.   

.... je voelt je vingers. Beweeg ze maar eens zachtjes. (kleinere schaal).

Je tenen, wiebel er maar eens mee.

Je voelt je goed en als straks je ogen open doet voel jij je nog steeds helemaal fijn!

Open maar je ogen .

Open. Je voelt je goed.

Rek je maar eens lekker uit. 

Je bent weer helemaal terug…… en het is fijn.