Introductie
Maak het je zelf gemakkelijk. Je kunt zitten of lekker gaan liggen.
Zit of lig je fijn?
Je kunt je ogen open houden of sluiten. ….Sluiten... (grote schaal langzaam ritme)
En merk maar hoe je adem komt... en gaat... komt ….. en weer gaat (grote schaal langzaam ritme)
Met iedere uitademing voel jij je een beetje fijner ...
Jaaaa, je adem wordt rustiger... En rustiger.
Fijn.
En nu …. gaan we op reis... (middelgrote schaal)
Verhaalonder water
Stel je eens voor…. Je ligt. En terwijl je mijn stem hoort, ontspan je dieper.
Ontspannen.
Dieper.
Meer en meer.
En je ligt te dobberen. Als een blaadje op het water. Dobberen.
Net als de meeste mensen voor jou, vind ook jij dit fijn.
Je hoeft helemaal niets te doen en toch …. drijven. Vanzelf.
Met de ogen dicht. Heerlijk.
Je voelt het warme water dat jou draagt.
Ruik je het? Het zoute water van de zee?
Hoor, kabbelende golfjes om je heen.
Boven je schijnt de zon.
Hmmm…. lekker warm op je huid.
En dan, heel zachtjes. Voelde je dat nu goed?
Ja … daar nog een keer. Zachtjes stoot iets tegen je arm.
En als je kijkt… het lachende gezicht van een dolfijn!
Hij zegt niets en toch hoor je in je hoofd: “Kom maar…. dan gaan we zwemmen naar de bodem van de zee.”
“Zwemmen, bodem?”, denk je.
“Ja…., helemaal beneden een verrassing voor jou.
Als je durft…. Ga je mee?”
En je vind het wel een beetje spannend, helemaal naar de bodem.
Maar je gaat toch mee.
Met grote slagen zwem je naast de dolfijn. Eerst maar eens boven water.
Hij is blij. Jij bent blij. Dan onder water.
En hé…..! Je kan ook onder water ademhalen.
Als een vis. Dat is leuk!
Het zonlicht dat door het wateroppervlak naar beneden gaat heeft de meest wonderlijke kleuren. Paarse stralen, roze….,
Groen stralen, purper, rood, geel, zelfs blauwe zonnestralen….
Alle kleuren van de regenboog.
Het is prachtig. Jullie zwemmen er dwars doorheen.
Spelen met de kleuren. De stralen. De zon onder water.
Jij groen en geel en blauw. De dolfijn rood paars.
En samen oranje, geel en roze.
Het is een prachtig kleurenspel.
Zó mooi dat jullie niet opletten.
Maar nu merken jullie het toch.
Gevaar!
Een donkere schaduw jaagt alle kleuren weg!
Een grote donkere schaduw komt dichterbij!
Het wordt koud.
O nee, een boze vis. Zwart grijs groot. Boze ogen.
En een mond zo groot dat jij er wel twee keer in past.
Je bent bang.
Bang.
Donker.
Koud.
Maar de dolfijn helpt je: “Kom snel” kwettert hij, klim op mijn rug.
De grote schaduw komt dichterbij. Dichter en dichterbij.
Bijna is hij bij jou….
Snel klim je op de rug van de dolfijn en pijlsnel zwemt hij weg.
Sneller en sneller.
Sneller dan de grote boze vis.
Snel. Naar een woud van groene waterplanten.
En daar verstoppen jullie je.
De grote vis komt ook. Maar ziet jullie niet.
Hij zwemt grote boze rondjes boven de groene waterplanten.
Wanneer hij over jullie heen zwemt wordt het helemaal donker.
Zwart, donker.
Koud.
Maar hij ziet jullie niet.
Slimme dolfijn!
Een echte vriend.
De boze vis zwemt weg. Nog bozer dan daarvoor.
Nu is er weer zonlicht.
De waterplanten zijn prachtig blauw groen, licht groen.
Het is een feest!
De dolfijn glimlacht vrolijk en met zijn snuit wijst hij dat jullie nog een klein stukje verder gaan.
Zwemmen. In lekker warm water.
Je ziet grappige lange dunne visjes. En lieve zeepaardjes.
Prachtig planten en ronde stenen op de bodem.
Zo is het goed. Ja…
Hmmm…..
En dan, stralend en met gouden randen versiert …. een oud kistje.
En bij dat kistje….een zeemeermin met prachtig lang golvend haar en een sleutel in haar hand.
“Dag”, zegt ze. “Je bent dus toch gekomen?”
Haar mond lacht, haar ogen lachen.
En van binnen word je helemaal blij.
“Vond jij die donkere grote vis ook zo eng?” vraagt ze.
En je knikt. Ja, dat was best wel eng.
“Dapper ben je”, zegt de zeemeermin.
“Dapper dat je er bent, dat je toch bent gekomen”.
En daarvoor verdien je een beloning!
Ze geeft je een sleutel en wijst op het kistje.
“Speciaal voor jou”, zegt ze.
Voorzichtig steek je de sleutel in het slot.
Je draait hem om.
En floep… daar springt de deksel omhoog.
In het kistje een flonkerende steen. Turquoise.
De steen zit aan een ketting en voorzichtig pak je hem op.
Zo mooi!
Je hangt hem om je nek en de steen hangt precies voor je hart.
En dan voel je het…. De steen geeft je moed en kracht!
Je was al moedig en sterk.
Maar het is net alsof deze schitterende steen dit extra wakker maakt.
Nóg meer moed, nóg meer kracht.
De zeemeermin glimlacht en je weet: het is tijd om terug te gaan.
Samen met de dolfijn gaan jullie omhoog.
En het is gek…..
zelfs als de boze vis langs komt ben je niet meer bang.
Vreemd, het lijkt wel of hij jullie zelfs niet eens meer zíet.
Fijn zo’n wondersteen. Kracht en moed. Moed en kracht!
Daar is het wateroppervlak, daar de zon.
Zonnestralen! Op je huid. Hmmm.
En je weet, dit blijft altijd bij me:
Moed en kracht.
Je bent sterk!
En ook als je straks weer helemaal wakker bent weet je het nog steeds.
Moed en kracht.
Je hoeft maar aan die wonderbaarlijke steen te denken en je voelt het in je hart. Altijd.
Afronding
Laat nu je adem stromen.
Adem zachtjes in …. en weer uit.
.... je voelt je vingers. Beweeg ze maar eens zachtjes. (kleinere schaal).
Je tenen, wiebel er maar eens mee.
Je voelt je goed en als straks je ogen open doet voel jij je nog steeds helemaal fijn!
Open maar je ogen .
Open. Je voelt je goed.
Rek je maar eens lekker uit.
Je bent weer helemaal terug…… en je voelt je goed.